Skip to main content

Korfbal, techniek en creativiteit

 

Mijn sportcarrière begon op jonge leeftijd veelbelovend bij Oranje-Wit. Niet Oranje-Wit Voetbal. Niet Oranje-Wit Tennis. Dat had allemaal gekund. Nee, Oranje-Wit Korfbal.

Veelbelovend, want zo’n beetje al mijn voorouders, terug te herleiden tot in de tijd van Rembrandt, speelden dit spelletje met veel succes. Nou ja, in ieder geval waren mijn ouders al van de partij. Vlak na de tweede wereldoorlog. Oranje-Witters in hart en nieren. Als vanzelfsprekend dus ook mijn twee oudere broers, die allebei werkelijk uitblonken in hun spel. En als gevolg daarvan moest ik er ook aan geloven. Uiteraard bij het toen nog provinciale clubje Oranje-Wit uit Dordrecht. Dat veelbelovende verloor al snel zijn glans. Echt goed ben ik nooit geworden. Ik heb het tot het 4e achttal gehaald, meen ik. Zelfs in die tijd al een jammerlijke bende veel te serieuze en vooral op hun retour lopende sporters. Tot ieders opluchting ben ik er op mijn 18e verjaardag dan toch ook maar weer mee gestopt. Niet dat ik niet balvaardig was en ben. In tegendeel. Maar ik ben mijn hele leven al wars van clubjes en regels. Dat, gepaard gaande met een onvermogen tot verplicht gezellig doen, moet van mij in die tijd geen leuke puber hebben gemaakt. Zo die al bestaan.

Zesjes draaien. Ken je die uitdrukking? Ik moest zesjes draaien met de bal wanneer ik een doelpoging deed. Nooit iets van begrepen, nooit gelukt. Een of andere onderhandse slinger die een latent aanwezige reuma doet vermoeden, daar was ik goed in. Maar ja, dat waren niet de afspraken. Zo mocht dat niet. Zesjes draaien, Mark, dan lukt het vast beter. Of wat te zeggen van een zogenaamd ‘doorloopje’. Een doelpoging in volle vlucht na een fabuleuze schijnbeweging en bijbehorend passeren van de tegenstander. Ik keek in die volle dollemansvlucht naar mijn schoenen in plaats van naar de bal. Fout, helemaal fout. Zo win je nooit een wedstrijd, laat staan zelfvertrouwen.

Waarom deze ontboezeming? Dat wars zijn van regels en clubjes speelt mij ook vandaag de dag nog parten in mijn fotografie. Eigenlijk heb ik het meeste van wat ik kan en  doe mezelf aangeleerd. Kunstacademie, Fotoacademie en cursussen ten spijt. En nog steeds krijg ik spontaan vlekken van (foto)clubs en internet fora over fotografie. Op mijn (bijna) 55e geef ik het ruiterlijk toe: Ik ben een eigenwijs mannetje dat, helaas voor mijn carrière die anders een enorme vlucht had kunnen nemen, de dingen liever zelf uitzoekt en uitvindt. Dat liever zijn eigen pad kiest en bewandelt. Niet de makkelijkste weg, maar voor mij wel de leukste.

Ik heb het al vaker vermeld: Wanneer collega’s direct tegen me beginnen aan te leunen over type camera’s, specificaties van lenzen en breedvoerig uitweiden over alle apparatuur die ze bezitten en bijbehorende prijzen, dan word ik nerveus, geagiteerd, ongeduldig, geïrriteerd, kortaf, vlekkerig, en soms gewelddadig. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. En het is echt geen valse bescheidenheid of misschien grootspraak, maar ik moet echt goed nadenken om te kunnen vertellen welke apparatuur ik gebruik.

Heb je een handzaag tussen je gereedschap? Is die van het merk DeWalt, ProfCut, Bahco, Scandia, Fiskars, Gardena, Lenox, Irwin, Gedore, Stanley of gewoon van de Gamma? Doet het er toe? Nee, not, nein, non, niente. I rest my case!

Met zo’n attitude als die ik heb wordt het natuurlijk nooit wat. Jammer. Ik doe de dingen op mijn manier en werk naar het resultaat dat ik in mijn hoofd heb. Op de manier die ik zelf verkies. Dat duurt misschien wat langer, maar is wel helemaal van mij. Dat is de enige manier waarop ik mijn werk wil doen. En is dat nu niet exact waar fotografie verandert van technische sportmissie, met regeltjes en voorschriften, in een bonk creativiteit en daarmee kunst? Fotografie begint ontegenzeggelijk als technisch beroep, maar op het moment dat het Ambacht Fotografie verandert in Fine Art Fotografie gebeuren er mooie dingen en ontstaat er kunst. En mocht je denken: Die Izegrim kan me wat, denk dan eens na over de volgende uitspraak van Picasso. Toch geen alledaagse prutser.

Quote Picasso: ‘Leer de regels als een pro, zodat je ze kunt breken als een kunstenaar’.